Kiekeboe spel en het begrip Iswara

 

Yoga doet toch wat met een mens!

Dit weekend was mijn achtste yogaweekend in een basisopleiding met 200 uur yoga.

We bestuderen ook de Yoga Sutra’s en zaterdag hadden we het over het begrip Isvara ( YS I.19).

Bingo! Major shift in mijn energieveld. Terwijl de lesgeefster het begrip begon uit te leggen, voelde ik me naar binnengezogen; mijn hart begon hard te slaan. Het was alsof mijn thorax te weinig ruimte bood. Mijn lichaam begon te trillen en de tranen begonnen te stromen. Voor mijn geestesoog verscheen een herinnering aan een ritueel dat ik als kind elke avond in mijn bed uitvoerde net vóór ik in slaap viel.

Ik maakte een kruisteken en bad een Weesgegroetje of een Onzevader naargelang van mijn ‘mood’ (zodoende opende ik onbewust mijn hartcentrum). Dan zag ik een rode telefoon verschijnen (net zoals de persoonlijke, rechtstreekse rode telefoon van de Amerikaanse president in de films). Ik nam de hoorn op en telefoneerde met iemand die ik mijn ‘vader’ noemde. Let op, dit was niet mijn fysieke vader en ik wil hier ook even kwijt dat mijn ouders mij graag zagen. In dat avondlijk gesprek kon ik de hele dag overlopen, mijn gevoelens luchten en vragen stellen: ‘’Hoe kwam dit? Wat was dat nu juist? Waarom reageerde de ene persoon zus en de andere zo? ‘’

Onder begeleiding van dit ‘wezen’ durfde ik alles te overschouwen want ik voelde oneindig veel geduld, luisterbereidheid en onvoorwaardelijke liefde. Het was een warm thuiskomen: ik voelde me niet meer onbegrepen, eenzaam of ‘anders’.

 

Alleen wou deze bron zich nooit bekendmaken.

De energie was anders dan de energie die ik al duidelijk had kunnen plaatsen: ze was anders dan die van mijn geliefde overleden bompa, anders dan de energie van mijn beschermengel, anders dan …

 

De reden waarom ik met dit ritueel gestopt ben, herinner ik me niet meer … Ouder geworden? De normale gang van zaken op ons menselijk pad?

Op mijn pad van persoonlijke ontwikkeling ben ik later verschillende cursussen gaan volgen om te leren hoe ik mijn hartcentrum bewust kan openen en terug bij mezelf kan komen, om de ‘I AM presence’ te voelen …

En zaterdag kwam de kers op de taart: deze herinnering. Plots viel er weer een stukje van de puzzel op zijn plek … ISVARA

De lesgeefster begon ‘toevallig’ over een telefoonverbinding als metafoor voor het begrip Isvara …. Ik was al weg in mezelf. Tranen begonnen te rollen, de verruiming in mijn energieveld was volop begonnen.

Het is zooooo simpel. Als kind zijn we gewoon één open kanaal: om naar je diepste kern te gaan, hoef je niks anders te doen dan even met jezelf te telefoneren. Het is alsof je een SELFIE neemt.

De bron die ik elke avond als kind aan de lijn had, was Isvara, mijn Hogere Zelf.

En ja dat is natuurlijk mijn nummer één in mijn Aardse realiteit, mijn president.

Als kind leren we al heel vroeg om niet te zien wat er werkelijk is. Of spiegelen we gewoon de ‘volwassene’ en wat zij/hij in werkelijkheid doet?

 

Je kent wel dat leuke kinderspelletje ‘KIEKEBOE’ waarbij we onze handen voor onze ogen houden en we zogezegd verstopt zijn voor elkaar, hoewel we vlak voor elkaar zitten.

 

Wetenschappelijk gezien zou een kind op die leeftijd niet in staat zijn de juiste, ‘ware’ situatie te vatten omdat het zenuwstelsel nog niet volgroeid is. Is dat echt zo?

In een tijd waarin men langzamerhand begint te beseffen dat de omgeving van de moeder, wat de moeder meemaakt tijdens de zwangerschap invloed heeft op de baby en imprints maakt op de mens in wording, ook al is het zenuwstelsel nog in aanleg … durf ik toch de vraag stellen of het kiekeboespel misschien niet een heel andere achtergrond heeft?

Zou het kunnen dat onze kinderen ons met het ‘kiekeboespel’ iets trachten te leren? Leren ze ons dat er iets is dat wij niet zien?

Zou het kunnen dat onze kinderen ons leren dat we als volwassenen vaak niet zien wat zich juist voor onze ogen ontvouwt?

Tonen ze ons dat we dikwijls BEWUST niet willen zien dat de oplossing in ons gezichtsveld aanwezig is?

Sluiten we bewust onze ogen voor dingen in onze realiteit, hoewel die tastbaar en voelbaar zijn? Doen we dat omdat we geleerd hebben dat het een spel is om onszelf of een item in de spreekwoordelijke kast te verstoppen en iets onder de mat te vegen? Of heeft men ons geleerd dat tastbare en voelbare dingen niet mogen gezien worden volgens de maatstaven van onze maatschappij? We sluiten onze ogen, we zien de dingen niet dus ze bestaan niet?

Wat een vreugde mag een kind misschien ervaren als het de ‘wijzere volwassene’ kan verleiden tot dit spel, er de ware inhoud van begrijpt en inziet dat de volwassene zijn handen voor zijn ogen brengt om de ware inhoud niet te ontwaren en zichzelf in zijn matrix te blijven wentelen… Wat een vreugde mag dit kind misschien beleven om nog een open kanaal te zijn en de matrix te doorzien.

Wat er ook gebeurt … het is en blijft een leuk interactief spel vol vreugde, ongeacht wat er geleerd wordt. Het zorgt voor fijne herinneringen.

Lachen en plezier voor kind en volwassene, maar misschien hebben het plezier en de vreugde van het kind wel een andere reden dan wat wij als volwassene aannemen?

Wie leert wat aan wie?

Fun!

Ik heb alleszins veel plezier beleefd aan deze post, een filosofisch nadenkertje…

Het is wat het is. Geniet van de vreugde en de liefdevolle verbinding!

In Lak’ech.